Wat is informatiekunde? Situering Om informatiekunde correct te kunnen situeren is het nuttig een onderscheid te maken tussen informatica, informatietheorie, informatiewetenschap en informatiekunde: Informatica tracht tot algemeen geldende uitspraken te komen m.b.t. de wetenschappelijke en technische aspecten van representatie en verwerking van gegevens met behulp van automaten. Dit impliceert onafhankelijkheid t.o.v. de toepassingsgebieden. Informatica wordt meestal aanzien als een synoniem van computerwetenschap. Informatietheorie (information theory) is een subdomein van de informatica, waar men zich specifiek inlaat met de wiskundige studie van informatietransfer en communicatie, voortbouwend op het legendarische werk van founding father Claude E. Shannon. Zie ook de IEEE Information Theory Society. Informatiewetenschap bestudeert het verschijnsel informatie en de gemeenschappelijke kenmerken van de processen die de productie en het gebruik van informatie faciliteren (J. De Vuyst, “Informatiewetenschap en informatiemaatschappij”, in: Informatiewetenschap februari 1996, p.I 200-4). Zij richt zich momenteel in hoofdzaak op de digitalisering. Informatiewetenschap heeft traditioneel bindingen met bibliotheek- en documentatiewetenschap. Informatiewetenschap tracht deze fenomenen te beschrijven op een abstract niveau, los van welbepaalde toepassingsgebieden. Informatiekunde is de leer van het toepassen van informaticahulpmiddelen op een specifiek maatschappelijk of wetenschappelijk gebied, met als doel de productie, de verspreiding en het gebruik van de informatie van dat gebied te faciliteren. Hier is dus wel degelijk sprake van afhankelijkheid t.o.v. het toepassingsgebied (vgl. bestuurlijke informatiekunde). “Informatiekunde richt zich op theorievorming en onderzoek naar het effectief structureren, verwerken en communiceren van informatie en de rol die ICT daarbij speelt. Informatieprocessen bij individuen en organisaties worden niet alleen uit technisch, maar ook uit cognitief, sociaal en bedrijfskundig perspectief bezien.”. Binnen deze verschillende disciplines wordt het begrip “informatie” verschillend gehanteerd. In de informatica noemt men informatie het resultaat van gegevensverwerking. In die zin bestudeert de informatica o.m. hoe met behulp van machines informatie kan worden gewonnen uit "ruwe" gegevens. Binnen de informatietheorie grijpt men meestal terug naar de definitie van Claude Shannon, om van daaruit een wiskundige theorie op te bouwen. In de context van de informatiewetenschap heeft informatie een meer inhoudelijke betekenis: het gaat om alle elementen die aan een bepaald kennisgeheel kunnen worden toegevoegd. Informatie is m.a.w. wat de kennis verder kan aanvullen. Het begrip "informatie" uit de informatiekunde tenslotte zal hier bij aansluiten: informatie is wat de kennis in een bepaald wetenschapsdomein kan aanvullen. In hoofdstuk 2 zullen we dieper ingaan op het begrip informatie als zodanig. In dit vak komt de nadruk te liggen op het gebruik van de computer om informatie te vergaren, om gegevens voor te bereiden en te consolideren tot nieuwe informatie, en om de verworven informatie te beheren, te publiceren en te bewaren. De computer staat niet zonder reden centraal, omdat dit instrument, en in het bijzonder de PC, toch tot een revolutionair andere verhouding tot informatie heeft geleid, en zeker instrumenteel is geweest in de ontwikkeling van de informatiemaatschappij en kenniseconomie zoals we die nu kennen. In die zin kan informatiekunde er niet om heen ook aandacht en belangstelling voor de machine op te brengen. Vermits het consolideren en voorbereiden van informatie een aanloop vormt tot onderzoek en nieuwe kennisverwerving, zullen we ook enkele raakvlakken hebben met methodologische vakken en in het bijzonder met statistiek.