
Informatiekunde
Inhoud en doelstelling van het vak
Het vak "Informatiekunde" wil in de eerste plaats de drempelvrees voor het gebruik van de computer verlagen. Nochtans is het vak geen introductie tot het gebruik van de computer: er wordt verondersteld dat de student reeds kan werken met de machine, en vertrouwd is met elementaria zoals tekstverwerker, rekenblad, bestandsbeheer, ...
Wel zullen we in dit vak nagaan in hoeverre de computer een nuttig tot relatief onmisbaar instrument is voor zowel het wetenschappelijk onderzoek, het onderwijs als de maatschappelijke dienstverlening. Daarbij ligt het accent in dit vak op vaardigheden die nauw aansluiten bij de historische component die in het wetenschappelijk onderzoek in de verschillende disciplines in de Letteren aanwezig is.
Natuurlijk gaan we ook de eigen aard van het vakgebied, informatiekunde, niet uit de weg. Integendeel zullen we toch diepgaand kennismaken met de sleutelbegrippen uit dit domein, en raakvlakken met informatica.
Doel moet zijn om na dit vak voldoende autonoom de computer zinvol te kunnen inzetten bij de eigen studie, het eigen onderzoek, het onderwijs in het vak later en evt. expertises voor derden.
Modules
1. Omgaan met data
We leven in een tijd van informatie-overvloed en gebrek aan tijd. Dit heeft een serieuze impact op disciplines in de Letteren, of het nu om talen, geschiedenis of area studies gaat. Daar waar de meeste gebruikte methoden vroeger, en dan bedoelen we voor de internet periode, uitgingen van schaartse aan informatie en voldoende tijd voor grondige analyse, is het nu zo dat het overaanbod van informatie ons dwingt keuzes te maken. Informatie zoeken is dan ook vooral selectief zijn, keuzes maken.
2. Schrijven voor het web
In deze module maken we ons vertrouwd met de taal van het web, HTML en de bijhorende opmaaktaal CSS, die ons toelaat de inhoud in de gewenste vorm af te leveren op een veelheid van verschillende devices. Schrijven voor het web heeft meerdere dimensies, gaande van vrij technische zaken zoals layout en structuur, tot en met conceptuele zoals het leren maken van tekst en beeld die aangepast is aan het afleverformaat.
3. Beelden bewerken
Beeldbewerking vormt een essentieel onderdeel van de webtaal. Meer en meer wordt informatie visueel overgedragen. We leren de basisconcepten van beeldbewerking, zoals het werken met lagen.
4. Scripting
Codetaal is niet meer weg te denken uit de informatiemaatschappij: achter elke webpagina draait wel een stukje software die de data vormgeeft en aanpast aan de omstandigheden. Het is niet de bedoeling in dit vak te leren programmeren, maar een elementair inzicht in hoe scripts, zowel aan de kant van de server als aan de kant van de client, interageren met de webpagina is wel aangewezen.