Wetenschappelijk schrijven

 

Doelstellingen

  1. De kenmerken van het wetenschappelijk schrijfformaat leren onderkennen en toepassen
  2. De functie van een methodologisch kader in het wetenschappelijk formaat leren onderkennen en toepassen
  3. De functie van een inleiding in een wetenschappelijk artikel leren onderkennen en toepassen
  4. Het formaat van de bachelorpaper leren kennen

Formaat bachelorpaper

Wat is precies het formaat van de bachelorpaper in Japanse studies en hoe wordt die geëvalueerd?

Presentatie Dimitri Vanoverbeke 2018/03/20 (pdf)

Waarin verschilt wetenschappelijk schrijven van andere schrijfformaten

Naast de wetenschap als verklaringsmodel heb je ook nog zoiets als wetenschappelijkheid, de manier waarop wetenschap praktisch toegepast wordt.

De wetenschappelijke praktijk in de menswetenschappen kan je omschrijven als een specifieke manier van omgaan met informatie en een specifieke manier van communiceren,

met in de eerste plaats aandacht voor het falsificatie-beginsel en de daarmee samenhangende kritische benadering van bronnen.

Een tweede prominent kenmerk is het gebruik van theorie en methodologie als sturingsmechanisme.

Het falsificatiebeginsel

  • Op het niveau van schrijfstijl: een droge schrijfstijl, gekenmerkt door precisie. Wetenschappelijke teksten vermijden ambiguïteit, onduidelijkheid, ironisering, emotie; omgekeerd zijn ook stadhuiswoorden uit den boze. Ook uniformiteit (in bronverwijzing en dergelijke) behoort daarom tot de wetenschappelijke vereisten
  • Op het niveau van tekststructuur
  • enerzijds lineair: zorgvuldig opgebouwde redeneringen, stap-voor-stap progressie van de tekst
  • anderzijds circulair: wetenschappelijke teksten reflecteren zichzelf in zichzelf: in de inleiding wordt er vooruitgekeken op redeneringen... die ontwikkeld worden in de verschillende paragrafen van het corpus. Conclusies blikken terug op tekststructuur en bewijsvoering.
  • Op het niveau van relaties met andere teksten: referenties, voetnoten, uitgebreide bronverwijzingen schrijven de tekst in in het wetenschappelijke veld. De wetenschappelijke tekst beschrijft haar relatie met andere teksten. Besluit: Wetenschap heeft een systemische dynamiek, of: (wetenschappelijk geheugen (en niet: genialiteit, ...) is de motor van de wetenschap.

Theorie en methodologie

Presentatie Dimitri Vanoverbeke 20180327 (pdf)

functie methodologisch kader

  1. structureren van verschillende soorten informatie en eigen inbreng rond een onderzoeksvraag
  2. brengt concepten aan waarmee je een onderzoeksvraag kan uitwerken
  3. inschrijven in een denkschool, een bril op bronnen, plaatsen van gevonden bronnen in een diepere discussie (aansluiten bij een denklijn/traditie)

voorbeelden theorie als structuur

vb 1. Richie, Donald. 2005. A Hundred Years of Japanese Film: A Concise History, with a Selective Guide to DVDs and Videos.

Verschillende uitgaves, verschillende invalshoeken

  • 1959 humanistisch model:de regisseur die probeerde een individu te zijn in een streven naar realisme
  • 1971 cultureel uitgangspunt: de strijd van Japanse regisseurs in een medium dat essentieel niet-Japans is, auteurisme
  • 1990 hoe films gemaakt worden, de context
  • 2001 film's unspoken assumptions, laws of supply and demand, the hows and whys of filmmaking

vb 2. Napier, Susan J. 2001. Anime from Akira to Princess Mononoke: Experiencing Contemporary Japanese Animation. Palgrave Macmillan.

Gebruikt verhaaltheorie om anime enerzijds aan te sluiten bij de traditionele Japanse populaire cultuur, en anderzijds om het aanslaan van anime in andere culturen te verklaren. https://nl.wikipedia.org/wiki/Narratologie

vb 3. McVeigh, Brian J. 2002. Japanese higher education as myth. M.E.Sharpe: Armonk, New York.

Gebruikt de theorie van Baudrillard om de dysfuncties van het Japans hoger onderwijs te kaderen en te verklaren.

Andere belangrijke aspecten van een academische tekst

  • beantwoorden van een vraagstelling (onderzoeksvraag)
  • goeie argumentatiestructuur
  • jargon
  • bronnen

Wat hoort in een inleiding?

  1. Aanleiding en brede context
  2. Exacte objectbepaling (probleemstelling en onderzoeksvraag)
  3. Wetenschappelijke motivatie
  4. Methodologisch kader
  5. Structuur artikel

Voorbeelden van een goede inleiding: cfr. supra

Online schrijfhulp

De website van de Schrijfhulp Nederlands van het ILT, ontwikkeld om studenten te ondersteunen tijdens het schrijfproces.

Oefeningen

  • Schrijf de inleiding van je geannoteerde bibliografie. Voorlopig zonder verwijzing naar theorie/methodologie. Zorg dat de andere vereiste elementen wel aanwezig zijn.
  • Vul de inleiding van je geannoteerde bibliografie aan met de theoretische invalshoek die je zou gebruiken.
  • Of, indien je daar nog niet aan toe bent, detecteer en beschrijf een theoretische invalshoek gebruikt in één van je bronnen of in een artikel uit de reader 'Close reading'.